De opzet van Christopher Wilson in De voorproever is vergelijkbaar met Daar is hij weer van Timur Vermes. Daarin ontwaakt Adolf Hitler in het Berlijn van 2011. Hij verbaast zich over de wereld om zich heen en begint aan zijn comeback. De 'onsterfelijke' Hitler geeft zijn visie op de hedendaagse maatschappij. In De voorproever staat Jozef Stalin centraal, de dictatoriale leider van de Sovjet-Unie van de jaren 20 tot 1953, bijgenaamd 'de Tuinier van het Menselijk Geluk', 'de Bron van alle Hoop' en 'Aardige Oom Jozef'. Het verhaal speelt in het laatste jaar van Stalins bewind. De verteller is een twaalfjarige jongen, Joeri Zipit, bijgenaamd 'Joeri met de Negen Vingers'. Met Joeri is al een en ander misgegaan. Hij is, zoals hij zelf zegt, 'beschadigd', maar niet zijn geest, 'die is sterk en ongeschonden'. Toen hij zes was, werd hij aangereden door een melkwagen. Hij kwam op zijn hoofd op de keien terecht, en viel onder een tram. Zijn botten zijn inmiddels geheeld, maar er is wat stukgegaan in zijn hersens. Sindsdien is hij vergeetachtig, traag, huilerig, onnozel en epileptisch, maar tegelijk is hij hoegenaamd niet dom. Hij flapt er graag dingen uit die de waarheid blijken te zijn en hij ontfutselt onbekenden gemakkelijk geheimen. Zijn moeder is verdwenen, en algauw blijkt dat ze wellicht naar een gevangenis voor contrarevolutionairen is afgevoerd. Zijn vader is professor in de diergeneeskunde en werkt in de dierentuin van de Opperstad, zoals Moskou in deze roman heet.
Olifant
In 1953 is Stalins terreur op een hoogtepunt. Mensen kunnen voor een futiliteit worden gearresteerd. Er heerst een klimaat van dodelijke paranoia. Op een dag wordt Joeri's vader meegenomen door de politie. Joeri mag hem vergezellen. In tegenstelling tot wat ze vermoeden, worden ze naar een man gebracht die Staalman heet. Staalman is natuurlijk Stalin, die eigenlijk Dzjoegasjvili heette maar als schuilnaam 'de man van staal' gebruikte. Staalman heeft dringende medische hulp nodig, maar omdat hij alle dokters heeft laten fusilleren moet er een dierenarts worden bijgehaald, gespecialiseerd in grote zoogdieren, in het bijzonder olifanten.
'Olifant' Staalman wil niets te maken hebben met dierenarts Zipit, maar raakt wel gefascineerd door diens zoon Joeri, een ongevaarlijke dwaas. Hij neemt hem in vertrouwen en vertelt hem urenlang allerlei geheimen. De jongen en Staalman blijken in fysiek opzicht veel gemeen te hebben. Ze spelen absurde spelletjes, waarbij Staalman de regels voortdurend verandert in zijn voordeel.
Gaandeweg vernemen we vreselijke details over Staalmans liefdesleven, over kampen voor 'ontheemde zionistische kosmopolieten' (d.w.z. Joden), over Amerikaanse westerns (waar hij dol op is) en over 'de grote communistische acteur Charles Chaplin, de belichaming van de gewone mens in de rol van zwerver, arbeider, dichter en dromer'.
Bovendien wordt Joeri benoemd tot voorproever van Staalman. Alles wat Staalman krijgt voorgeschoteld, waaronder enorme hoeveelheden Georgische wijn, wodka en sigaretten, moet door Joeri eerst worden getest op vergif. Grappig is dat de jongen dingen te eten krijgt die in de Sovjet-Unie doorgaans niet te vinden zijn, bijvoorbeeld bananen, die hij opeet met schil en al.
Dubbelgangers
Na verloop van tijd ontdekt Joeri dat er meer dan één Staalman is. Er zijn er vier. Sommige dubbelgangers zijn bewerkt met zoutzuur om zoveel mogelijk op hun model te lijken. Anderen zien er juist jonger en fitter uit. Staalman is zo geniaal dat hij tegelijkertijd op verschillende plaatsen kan aantreden.
Hier begint een vernuftig spel dat tot de laatste pagina voortduurt. Het regime van Staalman is gebaseerd op argwaan en verwarring. Pijn en gruwel zijn gelegitimeerde machtsmiddelen. Maar hij is bang om te worden vermoord. Hij organiseert orgieën waarbij iedereen (behalve hijzelf) sloten wodka moet drinken en gekke danspassen moet doen. Iedereen rond Staalman besterft het dag en nacht van angst. De dubbelgangers versterken het gevoel van paranoia nog, omdat niemand ooit zeker weet of hij met de echte Staalman te maken heeft. Bovendien weet iedereen in Staalmans omgeving dat hij van het ene moment op het andere in ongenade kan vallen.
De voorproever is een vermakelijk, grimmig en scherp boek. De opbouw is aanvankelijk wat schools en enigszins voorspelbaar, maar gaandeweg geeft de auteur blijk van een grenzeloze fantasie. Het einde is op een hallucinante wijze verrassend.
Wilson heeft de sfeer van de paranoïde jaren in de Sovjet-Unie op een originele manier opgeroepen. Die sfeer is door en door tragisch omdat niemand kon ontsnappen aan de waanzin en de leugens van een ziek regime. Maar Wilson heeft er een sprankelende komedie van gemaakt omdat alles wordt bekeken door de ogen van een gehavende maar schrandere jongen. Het mooiste is dat er in die absurde satire ook plaats is voor ontroering, zoals blijkt uit de laatste zin van het boek.
Vertaald door Ireen Niessen, Ambo/Anthos, 211 blz., 18,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspronkelijke titel: 'The zoo'.
Masquer le texte