Het smeuïge, met verve ingekleurde decor van deze roman is de in het hart van de Vlaamse Ardennen gelegen provinciestad Daelegem (lees ook: Ronse). Die speelde eerder al een opvallende rol in het werk van Vancaeneghem, in het bijzonder in Zonde van Nini (1987). Ook de hoofdfiguur van die roman, Desiré (Dees) Hofstadt, is hier van de partij. Na jaren werkzaam te zijn geweest in de nationale journalistiek, heeft hij zich thans opnieuw in zijn geboortestad gevestigd. Een stad voor dewelke hij een onontwarbare liefde-haatverhouding koestert en waarvan hij eens te meer de vele kleine kantjes mag ervaren als lokaal correspondent voor zijn krant. Die kleine kantjes gaan van bekrompenheid en kortzichtigheid, over kleinburgerlijk machtsvertoon allerhande en misplaatste eigenwaan (om een glorie en welstand die definitief tot het verleden behoren), tot (racistische) onverdraagzaamheid en een platvloerse politiek van hand-en-spandiensten. Zij worden anekdotisch gestoffeerd en vertolkt via …
Read more
Het smeuïge, met verve ingekleurde decor van deze roman is de in het hart van de Vlaamse Ardennen gelegen provinciestad Daelegem (lees ook: Ronse). Die speelde eerder al een opvallende rol in het werk van Vancaeneghem, in het bijzonder in Zonde van Nini (1987). Ook de hoofdfiguur van die roman, Desiré (Dees) Hofstadt, is hier van de partij. Na jaren werkzaam te zijn geweest in de nationale journalistiek, heeft hij zich thans opnieuw in zijn geboortestad gevestigd. Een stad voor dewelke hij een onontwarbare liefde-haatverhouding koestert en waarvan hij eens te meer de vele kleine kantjes mag ervaren als lokaal correspondent voor zijn krant. Die kleine kantjes gaan van bekrompenheid en kortzichtigheid, over kleinburgerlijk machtsvertoon allerhande en misplaatste eigenwaan (om een glorie en welstand die definitief tot het verleden behoren), tot (racistische) onverdraagzaamheid en een platvloerse politiek van hand-en-spandiensten. Zij worden anekdotisch gestoffeerd en vertolkt via tal van personages die, enigszins logischerwijs, eendimensionale typetjes blijven. Het verhaalverloop wordt globaal opgehangen aan het jaarlijkse carnavalsfeest en de, ook al jaarlijkse, ommegang, het absolute hoogtepunt in het jaar, waarop le tout Daelegem de boer opgaat. Het geheel zit evenwel overwegend vervat in een fragmentaire, in zekere zin zelfs caleidoscopische constructie. Vanuit de bindende hoofd- (en ik)figuur wordt ook over en weer gesprongen in de tijd: het nu en de kinder- en jeugdjaren van Dees. Twee motieven lopen als een rode draad over en door alles heen: de sinds hun kindertijd levende en onverslijtbare vriendschap tussen Desiré en de op zijn stad en haar doen en laten uitgekeken burgervader Gaston baron Lagache en de herinneringen aan en het onverwerkte verdriet van Dees om zijn verloren geliefde. Vooral dit tweede motief had een bredere en diepere uitwerking verdiend. Beide motieven omcirkelen als het ware twee belangrijke thema's: "de liefde die sterker is dan de dood. [...] de vriendschap die sterker is dan de kronkels van het leven." Overigens laat het boek zich lezen als een snedig en met vaart geschreven, met humor en vaak sterke ironie ingekleurde, maar bijwijlen ook in zachte weemoed gedrenkte zedenschets (een soort sleutelroman ook). Allerlei actuele toestanden en situaties worden op de korrel genomen (bv. de werking van onze gedrukte media, de verrechtsing, het communautaire). Zij missen hun effect niet, mede door de manier waarop de auteur het fictieve via allerlei associaties, verwijzingen en reminiscenties koppelt aan de werkelijkheid. Wat hij ook doortrekt op het niveau van taal en stijl, door het inlassen en vermengen van diverse taalregisters en tekstsoorten. De ontknoping is wel vrij teleurstellend, want te snel afgehaspeld en bovendien overtrokken en ongeloofwaardig. Overigens ontbreekt het de roman aan een duidelijke, centrale verhaallijn, die de diverse componenten en draden die narratief worden uitgezet, afdoende weet te omstrengelen tot een hecht, samenhangend geheel. [Luc Lannoy]
Hide text