Op een rode (Ik en ik), blauwe (Ik en mijn straat) of oranje (Ik en mijn huis) achtergrond staat deze vrolijke ikpersoon afgebeeld in een gele trui. In de dik opgevulde kaft vind je stevige gladde bladen die het geknabbel van peutermondjes kunnen overleven. Elke witte pagina toont één voorwerp dat met het thema lichaam, straat of huis te maken heeft. Alles is mooi gepenseeld in speelse streken, die heldere kleuren en omtreklijnen laten vervloeien. De vormen zijn origineel en herkenbaar.

Deze woordenboekjes zien er aantrekkelijk uit met hun bolle kaft. Ook binnenin bieden ze snoepjes voor de ogen. [Heidi Vyncke]

Dit vierkante peuterboekje gaat over een peuter die zijn huis laat zien. Verschillende thema’s komen aan de orde: Mijn huis (inclusief dak, deur, raam), mijn spulletjes (o.a. speelgoed, eetgerei, knuffels), geluiden (van allerlei huishoudelijke apparaten) en spullen in huis (meubels). De belangrijkste woorden staan dikgedrukt. Door middel van korte zinnen wordt uitleg gegeven over het dikgedrukte woord. De peuter spreekt de lezer direct aan en vertelt wat hij aan het doen is. Op sommige pagina’s staan meerdere woorden centraal. De illustratie toont de verschillende woorden in beeld. Op de rechterpagina staat de kleuter die de voorwerpen in gebruik heeft. Zo wordt duidelijk waarvoor en op welke manier de voorwerpen worden gebruikt. De illustraties zijn eenvoudig maar kleurrijk en de figuren worden met een zwarte lijn duidelijk afgebakend. Door middel van dekkende verf zijn ze ingekleurd. Het boekje bevat geen verhaal maar is een kennismaking met voorwerpen in en om het huis. Het heldere kleurgebruik maakt dat dit boekje opvalt en aanspreekt voor het jonge kind. De auteur maakte vele peuterboeken, in dezelfde opzet verschenen deeltjes over de seizoenen en dagindeling en ook 'Dit ben ik'*. Vanaf ca. 1,5 jaar. Verberg tekst